De formerende partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) hebben een hoofdlijnenakkoord gesloten met als motto: ‘hoop, lef en trots’. Drie woorden die kort weergeven wat men beoogt, waar het om gaat en wat de basis is van het hele akkoord. Toen ik dat hoorde, moest ik denken aan een andere drieslag, die van de Franse Revolutie: ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Ook het christendom kent een drieslag: ‘geloof, hoop en liefde’. Zij worden ook wel de drie goddelijke deugden genoemd. Merkwaardig dat de vier formerende partijen hun programma baseren op een van de goddelijke deugden, de hoop. Of misschien ook weer niet zo merkwaardig, want ‘hopen’ is zo menselijk als wat. We kennen allemaal de uitdrukking: ‘hoop doet leven’. Zolang er nog hoop is, is er toekomst.

Het bijzondere van de christelijke hoop is echter dat zij veel verder reikt dan zaken als bestaans­zekerheid, minder migratie, gratis kinderopvang, 100.000 nieuwe woningen per jaar of 130 km per uur. Onze christelijke hoop reikt over de dood heen, we zien uit op eeuwig leven. Daar kan geen hoofdlijnenakkoord tegen op. Hoe dat eeuwig leven eruit ziet, weten we niet. Jezus zelf vergelijkt het met een bruiloftsmaal (Mt. 22,2). Zo’n happening roept allerlei positieve gevoelens en associaties op: samen zijn, blijdschap, in liefde verbonden. En zeg nou zelf: wat kan een mens meer verlangen dan voor altijd gelukkig zijn en in liefde verbonden met God en elkaar? Maar hoe aantrekkelijk dat eeuwig geluk ook is, het is voor een moderne mens niet eenvoudig. Want onze samenleving is geen christelijke samenleving meer. Het geloof in het eeuwig leven is schaars geworden. Je bent een uitzondering als je daarin gelooft. Daar is in zekere zin lef voor nodig, of wat we als christen liever zeggen: moed.

Voor ongelovigen is dit leven het enige dat telt. Christenen geloven dat er meer is dan dit leven. Maar dat betekent niet dat dit leven onbelangrijk zou zijn. In het Nieuwe Testament wordt er voortdurend op gewezen dat het geloof zich dient te vertalen in daden van naastenliefde, je inzetten voor de medemens, omzien naar elkaar (zie bijvoorbeeld de Brief van Jakobus, hoofdstuk 2,14-26). Het is vanuit diezelfde achtergrond dat paus Franciscus een encycliek heeft geschreven over het behoud van de schepping. Tegelijk weten christenen dat ze daarin tekort schieten, hen past bescheidenheid, of met een ander woord: deemoed.

Geloof, hoop en liefde. En ook: hoop, moed en deemoed. Zie hier enkele hoofdlijnen van het christelijk program.

Theo Schepens, em. pastoraal werker