Anita Meyer zong in de jaren negentig Nederland toe met “Zo simpel drie woorden.” Sorry zeggen is zo moeilijk niet, of anders zou een televisieprogramma daarbij kunnen helpen.
De Kerk heeft de veertigdagentijd als tijd bij uitstek om te kijken naar wat niet goed gaat in ons leven. Onderweg naar het grote feest van Pasen kunnen we dan onze relaties met elkaar en met God bezien en verbeteren.
Op Aswoensdag hebben we daarom in de digitale viering voor kinderen en gezinnen Het spijt me, vergeef me-doosjes gemaakt. Kleine gesloten doosjes met een brievenbusje om gedurende de vastentijd onze fouten, slechte gewoontes en zonden in te doen. Niet om ze daarmee weg te stoppen, maar juist om eraan herinnerd te worden en ze onder ogen te zien.
Wanneer hebben we ruzie gemaakt? Iets niet gedeeld met een ander? Gevloekt en gescholden? Teveel gegeten of gedronken? Iemand niet geholpen, terwijl die dat misschien wel kon gebruiken? In ieders leven lopen dingen wel eens niet goed. Soms hebben we het niet in de gaten. Soms hadden we beter moeten weten. Dan hadden we iets goeds kunnen doen, maar hebben het gelaten. Dat is zonde.
Tegen iemand die we hebben gekwetst zullen we Sorry zeggen. In het doosje komt wat er nog scheef zit tussen God en ons, opgeschreven op een briefje. Hem, de God die liefde en vriendschap wil, schoonheid en waarheid, mogen wij om vergeving vragen. We kunnen op Goede Vrijdag de inmiddels gevulde Het spijt me, vergeef me-doosjes neerleggen bij het kruis, want Jezus is gestorven voor onze zonden, al is dat niet eenvoudig te begrijpen. Of we kunnen eerder in de Goede Week bij de Avond van Barmhartigheid de inhoud van het doosje inbrengen in het biechtgesprek met een priester.
De kinderen zijn er tijdens de digitale viering mee aan de slag gegaan, maar iedereen mag uiteraard een Het spijt me, vergeef me-doosje maken. Ook ouders hebben er een gemaakt en andere kerkgangers. Iedereen zondigt wel eens, maar gelukkig hebben we ook allemaal de kans om het weer goed te maken. Laten we dat niet vergeten.