Een verhaal vertelt over een meisje, dat aan haar juffrouw vraagt wat heiligen zijn. De juffrouw neemt haar mee naar een kerk. Daar wijst zij op de glas-in-loodramen en de figuren die te zien zijn, wanneer de zon erop schijnt. En ze zegt dan tegen het meisje: ‘heiligen zijn mensen, waar het Licht doorheen schijnt’.
Ik schrijf u dit, omdat ik op 15 mei op het sint Pietersplein stond samen met duizenden pelgrims om paus Franciscus te horen verklaren, dat o.a. Titus Brandsma was opgenomen in de canon van de heiligen. Deze heiligverklaring was een indrukwekkende plechtigheid.
Ik vroeg mezelf af, hoe en wanneer men iemand ‘heilig’ noemt. Dat hoeft niet zo hoogverheven te zijn, want mijn oma is heilig voor mij. Een geweldige vrouw, die veel heeft meegemaakt en die voor mij als kleinkind een voorbeeld was in velerlei opzichten. Dat raakt aan wat paus Franciscus ooit zei: ‘als je meer wilt weten over heiligheid, kijk dan naar jouw moeder’.
Waarom is deze Titus Brandsma speciaal uitverkoren? Hij waarschuwde al in een vroeg stadium voor het nationaalsocialisme met zijn antisemitisme. Hij werd daarvoor gearresteerd en gevangen genomen. Degenen die Titus gekend hebben, beschrijven hem als een hulpvaardig mens, die streefde naar verzoening en ook in zijn gevangenschap velen tot steun was. Opmerkelijk was, dat hij zijn bewaarders en beulen niet haatte en als mens bleef zien.
Zijn geloof is zeker op de proef gesteld, maar hij kon geestelijk overeind blijven door zijn doorleefde geloof en innige vriendschap met Jezus van Nazareth. Lichamelijk bleef hij niet overeind en verzwakte tot hij in de ziekenbarak van Dachau als ‘nutteloos’ werd beschouwd en een dodelijke injectie kreeg.
Door de vele activiteiten in zijn leven; door de manier waarop hij medemensen tegemoet trad; door zijn volhardende verzet tegen de onmenselijkheid van het regime; door zijn geloof om in elk mens God te zien en zich niet te laten leiden door haat; door zijn steun aan zijn lotgenoten in het kamp; door dat alles werd hij heilig voor mensen en een lichtend voorbeeld. Hij bleef geestelijk overeind en opkomen voor menselijke waardigheid, respect en vrede en raakte mensen in hun hart.
Titus Brandsma is voor mij een voorbeeld om in Berkel-Enschot en daarbuiten te proberen als goed mens te leven. Niet om ‘schijnheilig’ te zijn, maar om de waarden en het leven van Jesus als voorbeeld en uitdaging te beleven en te laten zien dat respect, verdraagzaamheid en menswaardigheid mij heilig zijn.
Ik hoop, dat u en ik iets van zijn spirit mogen ontvangen en daarmee ‘heil’ stichten op de plaats waar we wonen en werken. Vrede en alle goeds.
Jan Joosten, emeritus-diaken