Hoewel de kern dezelfde blijft, is de dooppraktijk in enkele tientallen jaren nogal veranderd. Waar mijn ouders bijvoorbeeld nog gedoopt werden op hun geboortedag of uiterlijk de dag erna, daar werd ikzelf gedoopt op de zondag na mijn geboortedag. De foto’s tonen dat mijn peettante mij ten doop hield, want mijn moeder rustte nog uit in het kraambed – ook alweer vreemd tegen de achtergrond van de praktijk van nu.
Nu worden kindjes meestal gedoopt op een leeftijd van een maand of drie. Moeder kan er dan gelukkig wel bij zijn. Tja, en omdat tijdens de eerste coronagolf niet gedoopt kon worden, waren de dopelingen het afgelopen half jaar enkele maanden ouder. Een enkeling kon al lopen, en dat hebben we in enkele vieringen – tot hilariteit – ook kunnen zien.
Toch komt het ook voor dat mensen op latere leeftijd gedoopt worden. Vaak omdat men ontdekt dat men op een of andere manier aangetrokken wordt tot die Kerk, door de stilte van een kerkruimte, de geur van wierook, de kunst, de muziek, de verhalen, de begeestering van mensen of de spiritualiteit. Vaak is het niet zo eenvoudig aan te geven en voor eenieder is dat ook anders.
Enkele malen heb ik mensen die op latere leeftijd om het doopsel vroegen, mogen begeleiden. Steeds weer een geweldig traject om samen na te denken over geloof, over bidden, over de Bijbel, over heiligen en mensen die minder heilig waren, kortom over persoonlijk geloof en leven vervlechten.
Het is bemoedigend te zien dat God steeds met mensen bezig is en op weg gaat. Velen zijn in onze tijd zoekende, maar – zo vul ikzelf aan – liefdevol aangeraakt door God die mensen raakt, ook als zij niet, of nog niet, de weg naar de Kerk vonden. Gelukkig blijft Hij zorg hebben voor ons, zijn creaties, in welke levensfase ook, zelfs voorbij kerkelijke kaders. Dat stemt dankbaar en geeft vertrouwen voor de toekomst.
Pastoor Marcel Dorssers