Sinds juli woon ik in de parochie, op winkelcentrum Koningsoord, midden in de bedrijvigheid van werk, gezondheidszorg en boodschappen doen. Het is er elke dag, van de ochtend tot de vroege avond, een drukke bedoening. Op de parkeerplaats heerst een prettige chaos.
Toch is het in mijn appartement best rustig. Als ik vanaf de straat de trap oploop naar onze gezamenlijke binnentuin op het dak van de supermarkt, merk je niets meer van al die drukte. Buren zitten vredig op hun terrasje, maken een praatje met elkaar. Het doet me denken aan het oude klooster, waar je ook een pandhof hebt met een stille gang eromheen.
Vanaf de binnentuin betreed ik dan mijn huisje. Het heeft even geduurd voordat het was ingericht. Ik had niet meer zoveel spullen, vanwege eerdere verhuizingen. Ik heb veel gekregen of gekocht bij de kringloop of mensen in de buurt. Een enkel schilderij wacht ook nu nog op een betonboor, en er is altijd wel iets te wensen voor je woning, maar pas geleden heb ik mijn appartement ‘af’ verklaard. Dit is het. Dit is mijn thuis voor de komende jaren.
Daarom heb ik mijn huis laten inzegenen, een mooi katholiek gebruik, om de goede Geest in je woning uit te nodigen. En pastoor Marcel Dorssers maakt er ook wat van. In vol ornaat besprenkelde hij mijn hele appartement met wijwater, nadat we gebeden hadden rondom een evangelieverhaal. In die tekst kibbelen de twee zussen Marta en Maria om de vraag wat belangijker is: het huishouden of genieten van aangenaam gezelschap? Actie of contemplatie?
Elk leven heeft eigenlijk beide nodig. En elk huis ook. Ik was blij dat ik voor de komst van de pastoor had opgeruimd en gepoetst. Een huis is er om thuis te kunnen komen, een veilige omgeving waar je jezelf kunt zijn, en anderen kunt binnenlaten. Dat gaat me nu eenmaal makkelijker af als het geen totale chaos is. Dan pas houd ik ruimte over.
Frits Hendriks, pastoraal werker