Maandag 29 juni viert de Kerk het hoogfeest van Petrus en Paulus. Het feest verbindt ons automatisch met de Eeuwige Stad en het centrum van de wereldkerk. Het hoogfeest van Petrus en Paulus richt de schijnwerpers op twee zuilen van de vroegste Kerk. Twee apostelen die als missionarissen vissers van mensen zijn geworden.

Paulus
Vanaf mijn studententijd ben ik geboeid door de apostel Paulus. Voor mij is Paulus een fascinerende man met een heftig karakter. Hij maakt duidelijk dat geloof mensen helaas ook uitermate fanatiek kan maken. Aanvankelijk haatte hij immers de jonge Kerk intens en was hij verantwoordelijk voor de dood van de eerste martelaar Stefanus. Maar de energie, die Paulus aanvankelijk gebruikte om de christelijke gemeenschap te vernietigen, zet hij na zijn bekering in als ijverig missionaris. Indrukwekkend zijn de reizen die Paulus maakt om overal het evangelie en de persoon van Christus te verkondigen. In zijn brieven vinden wij een christocentrische spiritualiteit. ‘Niet ik leef maar Christus leeft in mij’ schrijft hij aan de Galaten. Christelijk geloof is voor Paulus niet primair het aanvaarden van allerlei regels of waarheden. Veeleer gaat het om een diepe verbondenheid en vriendschap met Christus. Mijn eigen ik moet worden omgevormd en steeds meer Christusgelijkvormig worden. Zo geeft de Apostel na zijn bekering gestalte aan zijn bestaan. Uiteindelijk belandt hij in Rome, het centrum van het grote Romeinse Rijk. Daar leeft hij onder een soort huisarrest maar kan toch mensen ontvangen en missioneren. Hij sterft tijdens een vervolging als martelaar.

Petrus
Naast Paulus vormt Petrus die andere zuil van de Kerk van Rome. In het Nieuwe Testament komen de contouren van het leven van Petrus in beeld. Als visser wordt hij geroepen om Jezus radicaal na te volgen en mensen op te vissen uit de duisternis. Petrus is geen geloofsheld. Heel pijnlijk is het gegeven dat hij Jezus tot drie maal toe verloochent. Het redden van zijn eigen leven is belangrijker dan de trouw aan zijn Heer en vriend. Maar na de opstanding krijgt Petrus een nieuwe kans en krijgt hij een vooraanstaande positie binnen het apostelcollege. Christus roept geen modelgelovigen om ambtsdrager te zijn. Zowel Paulus als Petrus worden geroepen om apostel en missionaris te zijn na vergeving van schuld. Dat gegeven kan troostend zijn. In ieder geval geldt dat voor mij als bisschop. Ik hoef geen modelgelovige te zijn maar mag mijn ambt vervullen, gedragen door Gods vergevende liefde. Zoals Petrus en Paulus kunnen hedendaagse ambtsdragers leven vanuit goddelijke aanvaarding.

Bidden voor Petrus
Sinds 2013 is paus Franciscus de actuele Petrus in ons midden. Juist onze paus weet dat hij volkomen leeft vanuit Gods vergevende liefde. Veel mensen zowel binnen als ver buiten onze Kerk beleven hem als een inspirerend geestelijk en moreel leider. Evenals de heilige Franciscus van Assisi, heeft onze huidige paus een sterke verbondenheid met armen en vluchtelingen en roept hij voortdurend op om onze aarde, als eigendom van God, verantwoordelijk te beheren en zo schoon mogelijk door te geven aan de generaties na ons. Wij mogen niet onverschillig zijn en wegkijken van de hedendaagse noden. Het Petrusambt is een zwaar en verantwoordelijk ambt. Laten wij daarom veel bidden om moed en veerkracht voor onze paus. Binnen Kerk en wereld zijn tal van problemen die paus Franciscus zorgen geven. Maar gedragen door ons gebed kan hij, als mensenvisser bij uitstek, zijn invloed aanwenden ten goede. In nauwe verbondenheid met onze huidige Petrus mogen ook wij zoeken naar oplossingen voor de noden van deze tijd.

Polarisatie
Rondom de persoon van paus Franciscus is binnen de Wereldkerk polarisatie ontstaan. Terwijl een ruime meerderheid blij is met de paus, is er een minderheid die zich flink roert en het optreden van de paus bij voorbaat met wantrouwen tegemoet lijkt te treden. Met onvruchtbare polarisatie als gevolg. Overigens is dat een fenomeen dat breder is dan in onze wereld te constateren valt. Met name in de Angelsaksische wereld lijkt dat het geval. Denkt u maar aan de scherpe kloof binnen Groot-Brittannië rond de brexit en op dit moment aan de zorgelijke ontwikkelingen binnen de Verenigde Staten. Terwijl het land worstelt met een medische, sociale en economische crisis zijn politici in Washington volledig geblokkeerd. Democraten en Republikeinen leven in eigen subculturen en gunnen elkaar bijna niets meer. Zij voeren geen dialoog meer maar poneren louter eigen standpunten. Het zoeken en vinden van een werkbaar compromis raakt steeds meer buiten beeld.

Racisme en discriminatie
De laatste weken hebben onze media veel bericht over racisme en discriminatie. Na de tragische dood van George Floyd door politiegeweld in de Verenigde Staten is er een golf van protest over heel de wereld gegaan. Ook in ons eigen bisdom kwamen op verschillende plekken demonstranten bijeen om te ageren tegen racisme en discriminatie binnen onze eigen samenleving. En vanuit het christelijk geloof terecht. Er is sprake van marginalisatie en er zijn machtsverschillen, gekoppeld aan kleur en herkomst. Dat zou niet mogen want onze God is Schepper van alle mensen en Hij bemint ieder van ons.

Recent vroeg de Amerikaanse predikant Jesse Jackson aan onze premier om Zwarte Piet te verbieden. Historisch vormt Zwarte Piet een complex thema met waarschijnlijk wortels in de voorchristelijke cultuur. De directe band met racisme is daarom discutabel. Toch is Zwarte Piet voor niet weinig tijdgenoten een racistisch symbool geworden. Een onderdanige zwarte knecht van een witte bisschop. Voorstanders en tegenstanders voeren het debat fel en soms zelfs met geweld. In het debat worden standpunten verabsoluteerd. Stellingen worden geponeerd en er wordt niet of nauwelijks geluisterd naar de ander. Zwarte Piet als voorbeeld van racisme versus Zwarte Piet als voorbeeld van onze Nederlandse identiteit. Een compromis lijkt overigens goed mogelijk. Wordt de Nederlandse identiteit echt aangetast als Zwarte Piet evolueert tot een roetveegpiet? Veel burgers willen hun eigen schaduw niet onder ogen zien en zoeken gemakkelijk een zondebok. Dialoogtafels waar wederzijds zorgen en pijn kunnen worden gedeeld, zouden uitermate heilzaam kunnen zijn.

Tederheid
Juist onze Kerk legt nadruk op het belang van ontmoeting, dialoog en onderlinge vriendschap. Vanuit het elkaar aanvaarden, ook met verschillende standpunten, blijven wij verbonden met elkaar. Bij enig nadenken kan het besef groeien dat wij allen, evenals Petrus en Paulus, leven van Gods aanvaarding. Die goddelijke aanvaarding zouden wij in Kerk en samenleving meer moeten laten doorwerken. Paus Franciscus spreekt regelmatig over een revolutie van de tederheid. Graag houd ik een pleidooi voor mildheid en barmhartigheid in de huidige kerkelijke en maatschappelijke debatten, zoals onze God mild en barmhartig is voor ieder van ons en de zon laat opgaan over goeden en slechten.

+ Mgr. dr. Gerard de Korte

Bisschop van ‘s-Hertogenbosch