Ik kan me mijn eerste bedevaart naar Kevelaer nog goed voor de geest halen. Ik zal een jaar of acht geweest zijn, en vanuit mijn tante en oom in Tegelen bij Venlo was het maar een ‘Katzensprung’ (’ne gooi) naar Kevelaer. De rozenkrans die ik toen kreeg, heb ik nog steeds – een souvenir met mooie herinneringen aan lieve mensen.

Kevelaer is een plek waar ik graag kom. Het is verbonden met Maria, die er vereerd wordt onder de titel Consolatrix Afflictorum, ofwel Troosteres der Bedroefden. Een mens kan heel wat leed met zich meetorsen, en het is een troost dat we ons als kinderen mogen koesteren onder moeders schutsmantel. Als je zo in Kevelaer rondkijkt, komen als vanzelf de gedachten naar boven wat ieder wel niet met zich meedraagt in de rugzak van zijn of haar leven.

Kevelaer is in die zin genadeoord, dat je er je sores kunt achterlaten, wetend dat je gedragen wordt door het gebed van vele pelgrims, die er ook voor elkaar en voor elkaars intenties bidden. Ook dat is de kracht van kerk zijn: als het zelf een keer tegen zit, als je de woorden niet vindt, of als je zelf er de energie niet voor hebt om te bidden, dan mag je je gedragen weten door het gebed van de geloofsgemeenschap, een gebed dat altijd doorgaat. Hoe zouden we in die zin de kerk, onze familie van gelovigen kunnen missen?

Onlangs was ik op een privépelgrimage in Kevelaer, dat nu ook getekend wordt door corona. Ik mocht communie uitreiken, maar dan wel met mondkapje, en ook buiten was een mondkapje verplicht. Een selfie met mondkapje en met de Gnadenkapelle op de achtergrond postte ik op Facebook. De dag erna kreeg ik van mijn voor-voorganger, pastoor Pieter Scheepers, een zelfde selfie toegestuurd. Grappig en frappant! Zo is Maria moeder van velen, ook van hem, van u en van mij.

Heilige Maria, Moeder van God, onze Moeder, Troosteres der Bedroefden, bid voor ons.

Pastoor Marcel Dorssers