Wandelend door ons dorp kom ik langs een groot bord waarop geschreven staat: ‘Hier werken wij aan toekomstige geluksmomenten’. De foto’s op datzelfde bord laten zien dat daar een zwembad in een tuin wordt aangelegd. Mensen zijn gelukszoekers, klein geluk, groot geluk. En het zijn altijd maar momenten, want het volgende moment is dat geluk(sgevoel) al weer voorbij of er doen zich zaken voor die het geluk verpesten. Geluk en ongeluk wisselen elkaar af in ons leven. Op het ene moment ben je blij omdat je een huis hebt gekocht, een maand later hoor je dat je ongeneeslijk ziek bent.

Het grote geluk ligt niet voor het oprapen, we moeten het vaak doen met kleine geluksmomenten: een avondje stappen, naar een voetbalwedstrijd kijken (en hopelijk wint onze club dan), heerlijk in de zon zitten. Maar hoe klein ook, die kleine geluksmomenten zijn wel heel belangrijk voor onze levensvreugde. Voor veel ouderen die aan huis gekluisterd zijn of in zorgcentra wonen, zijn die kleine geluksmomentjes vaak het enige wat fleur geeft aan hun leven: bezoek van kinderen of kleinkinderen, een tekening voor oma, een vakantiekaartje, een belletje, een dagje mee uit nemen. Geluksmomenten zijn belangrijk, ze maken het leven zinvol, maar laten tegelijkertijd zien dat we heel kwetsbaar zijn.

En zo kom ik langs die plek waar gewerkt wordt ‘aan toekomstige geluksmomenten’, maar ik realiseer me dat ook die momenten slechts tijdelijk zijn: af en toe en zolang het duurt, want aan alles komt een eind. En dan schiet mij te binnen wat tot de ‘core business’ van ons christelijk geloof behoort: de eeuwigdurende gelukzaligheid, ook wel aangeduid met ‘hemel’ of ‘leven in Gods eeuwige liefde’. We kunnen het ons niet voorstellen, maar Jezus heeft het vaak over het Rijk Gods of het Rijk der hemelen. Geen geluksmoment, maar eeuwig geluk. Daar kan geen avondje stappen, geen vakantie, geen groot huis of dure auto of wat dan ook aan tippen.

Theo Schepens,
emeritus pastoraal werker